Ga naar hoofd inhoud

Viersporenbeleid

In elke klas van de lagere school werken we met een viersporenbeleid. 

Dit is een manier  om uitgebreid te differentiëren. 

Voor rekenen wordt er op drie en soms vier niveaus gewerkt in elke klas: 

  • spoor 1: kinderen die nood hebben aan extra ondersteuning worden  begeleid in een kleine groep door de leerkracht. 
  • spoor 2: basisoefeningen voor de leerlingen die de leerstof goed begrijpen
  • spoor 3: uitdagende oefeningen voor leerlingen die de leerstof helemaal onder de knie hebben (nood aan extra uitdaging)
  • spoor 4: kinderen die een individueel traject volgen

De kinderen kiezen grotendeels zelf aan welk spoor ze deelnemen. Dit spoor hoeft ook  niet voor elk vak of voor elke les hetzelfde te zijn. Het kan dat een kind bijvoorbeeld heel  sterk in rekenen is maar minder sterk in taal. Dan volgt het voor rekenen spoor 3 en voor  taal spoor 2. 

En soms bepaalt de leerkracht mee welk spoor best is. Sommige kinderen kiezen immers niet wat inhoudelijk het best bij hen past, maar kiezen voor het groepje waar het beste vriendje zit, waar het aantal oefeningen het minste lijkt,… De leerkracht bekijkt in dit geval voor welke vakken je uitbreiding nodig hebt, welke oefeningen je nog moet  meedoen en welke niet,…

Kleuter- en Basisschool

De Schakel

Met een hart voor iedereen ...